Vorige week vond tijdens de Dag van het MKB traditiegetrouw de uitreiking plaats van de Parkstad Limburg Economy Award. De hoogste eer ging dit jaar naar GRAUSBOUW uit Hoensbroek. Het van oorsprong familiebedrijf bestaat al meer dan honderd jaar en is uitgegroeid tot een specialist in onderhoud en renovatie van vastgoed. GRAUSBOUW is nauw verweven met Parkstad, de streek waar de firma vandaan komt. We spraken daarom met directeur/eigenaar René Vanhommerig over zijn kijk op Parkstad én Zuid-Limburg. “Dat ik soms busjes van bouwbedrijven uit de Randstad bij projecten zie staan, maakt mij boos.”

Het is twee dagen na de uitreiking van de Economy Award en nog moet de directeur van GRAUSBOUW allerlei telefoontjes, mails en appjes beantwoorden. De felicitaties stromen van alle kanten binnen, wat Vanhommerig nóg trotser maakt. “De aandacht die we hebben gekregen is overweldigend”, bekent hij. “Ik zie de Award als een erkenning voor wat wij als bedrijf doen en voor mijn team, dat zich iedere dag weer honderd procent inzet voor onze klanten.”

Sterke band

De binding met Parkstad is enorm hecht, vertelt Vanhommerig. “Ik denk dat zeker 80 procent van onze klanten hier vandaan komt. Mensen kennen ons natuurlijk lang en goed. Ze weten dat we voor kwaliteit staan.” Volgens de geboren Heerlenaar is lokaal ondernemen een groot goed. “Daar zijn wij bewust mee bezig. Ik vind dat je als bedrijven elkaar moet helpen. Laten we ons geld in de regio houden”, zegt hij. “Ik word boos als ik zie dat er bij sommige bouwprojecten busjes van bedrijven uit de Randstad staan. Er zit genoeg kwaliteit in deze regio om zulk werk door een bedrijf uit deze omgeving te laten doen. Maak daar dan ook gebruik van!”

GRAUSBOUW werkt in veel projecten samen met andere bedrijven. “Dat is misschien wel de grootste vernieuwing die de bouwsector heeft doorgemaakt”, legt Vanhommerig uit. “We werken in de bouw nu in een keten, waarin ieder bedrijf zijn expertise inbrengt. Vroeger werd zo’n samenwerking angstvallig stilgehouden voor een klant. Nu is het zelfs een pré als je transparant laat zien dat je in een keten werkt. Bovendien wordt er zo efficiënter en slimmer gewerkt en gaat de kwaliteit van het eindresultaat er echt op vooruit.”

Uitdagingen

Als baas van een echt Zuid-Limburgs bedrijf, weet Vanhommerig dan ook duidelijke antwoorden te geven op de vraag wat er beter kan in deze regio. Allereerst ziet hij kansen op het gebied van de gebouwvoorraad: “Er zijn in Zuid-Limburg veel gebouwen waar niks meer mee kan worden gedaan en die daardoor leeg komen te staan. Laten we dergelijke gebouwen herontwikkelen of moderniseren, zodat we ze op een andere manier kunnen gebruiken. Bijvoorbeeld door ze te verduurzamen. Of, in het geval van woningen, twee huizen aan elkaar te koppelen, zodat mensen groter kunnen wonen. Slopen kan altijd nog; kijk eerst naar andere mogelijkheden.”

Een andere uitdaging in Zuid-Limburg is volgens Vanhommerig het overwinnen van de bureaucratie, rondom het aan het werk helpen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. “Wij doen veel aan social return in ons bedrijf”, zegt de directeur. “Er werken hier veel mensen die eerst langs de kant stonden. Ik zou echter veel meer mensen willen én kunnen aannemen, als het beter geregeld zou zijn.”

Meer begeleiding

Vanhommerig pleit voor één aanspreekpunt voor werkgevers uit heel Zuid-Limburg. “Nu moet je in iedere gemeente de boer op om mensen te krijgen. En overal werkt het weer anders. Er is te veel versnippering. Daar gaat zoveel tijd in zitten.” Daarnaast zou hij graag meer begeleiding en ondersteuning willen zien voor werkgevers die mensen aan werk helpen. “Bijvoorbeeld voor mijn medewerkers die te maken krijgen met iemand met een gedragsprobleem, die hier aan de slag gaat. Daar zijn wij niet voor opgeleid. En het moet mogelijk zijn dat als iemand uit een uitkeringssituatie hier komt werken en het gaat onverhoopt mis, hij dan weer op elk moment terug naar zijn oude situatie kan. Dan motiveer je mensen juist om weer te gaan werken. En zo is het voor werkgevers veilig om iemand aan te nemen Het risico ligt nu vaak veel te veel bij de werkgever.”

 

 

Bron: ZuidLimburg.nl
Datum: 6 december 2018