
‘Ketensamenwerking met Woonpunt heeft veel potentie’
Woonpunt is in 2019 een samenwerking aangegaan met vier bouwbedrijven: Aannemersbedrijf De Groen, GRAUSBOUW , Houben Renovatie en Coen Hagedoorn Bouwgroep. Elk neemt voor Woonpunt in een gebied al het dagelijks en mutatieonderhoud voor zijn rekening. In 2022 is deze ketensamenwerking onder begeleiding van een externe onafhankelijke procesbegeleider verder verbeterd in het project DOMO (Dagelijks Onderhoud & Mutatie Onderhoud). Ron Driessens en René Vanhommerig, directeur-eigenaren van respectievelijk De Groen en GRAUSBOUW , zijn er zeer over te spreken, maar zien nog mogelijkheden voor verdere verbetering.
Waarom is de vaste samenwerking met Woonpunt prettig voor jullie?
René ‘Het zorgt voor continuïteit in ons werk en dat verlaagt ons bedrijfsrisico. En met een lager risico kunnen wij tevreden zijn met een lager prijsniveau. Dat is dan het voordeel voor Woonpunt.’
Ron ‘Voorheen moesten de bouwbedrijven bij ieder project met elkaar concurreren. Dat leverde veel extra werk op en dan was de ene keer de ene goedkoper en de volgende keer de andere. Nu zijn we af van dat offertes schrijven en liggen de prijzen vast in een Prijzenboek. Bovendien helpt dit in het standaardiseren van de ingrepen en materialen.’
René ‘Die zijn opgenomen in het Kwaliteitshandboek; zo weten wij precies wat we moeten leveren en doen de vier bouwbedrijven ook overal hetzelfde.’
Ketensamenwerking moet ook leiden tot efficiëntere processen. Lukt dat?
René ‘Steeds beter. In een traditionele aanpak van het dagelijks en mutatieonderhoud zitten veel dubbele handelingen. Om een voorbeeld te geven: na een reparatieverzoek van een huurder gaat eerst de opzichter van de corporatie de woning opnemen en daarna de uitvoerder van de aannemer. Na het verhelpen van de klacht gebeurt weer hetzelfde. Het scheelt veel werk als de woning maar door één persoon wordt opgenomen, of die nu van Woonpunt is of van het bouwbedrijf. Dat soort verbeteringen maken het proces sneller en efficiënter en daar profiteert ook de huurder van.’
Eind 2021 concludeerden jullie met Woonpunt dat de mogelijkheden van de ketensamenwerking nog onvoldoende werden benut. Wat is daar in 2022 aan gebeurd?
René ‘Woonpunt en de vier bouwbedrijven hebben samen een onafhankelijke procesbegeleider van buiten aangetrokken om als ketenregisseur verdere verbeteringen aan te sturen. Die stelde daarvoor bijvoorbeeld werkgroepjes in en sprak iedereen aan op gemaakte afspraken. Voor ons als bouwbedrijven is het toch moeilijker om onze opdrachtgever aan te spreken. Bovendien zorgde de regisseur voor meer continuïteit in de aanpak.’
Wat moet er nog beter in de samenwerking?
Ron ‘Ik dring al langer aan op een koppeling van onze ERP-systemen. Nu stuurt Woonpunt ons na een reparatieverzoek een mail met de opdracht; die moeten wij vervolgens zelf in ons eigen systeem opnemen. Daarin houden we de voortgang van de melding bij, waarover we dan weer mails terugsturen naar Woonpunt. Ook daar zit veel dubbel werk in. Door de systemen te koppelen, komt een reparatieverzoek bij Woonpunt automatisch bij ons in het systeem en onze statusmeldingen vice versa in haar systeem. Idealiter komen reparatieverzoeken straks wat ons betreft rechtstreeks bij ons binnen en handelen wij het zonder tussenkomst van Woonpunt af.’
René ‘Dat rechtstreekse contact versnelt de dienstverlening naar de huurder. Medewerkers van Woonpunt kunnen zich dan richten op andere zaken die de klanttevredenheid verhogen. We snappen uiteraard dat ons werk moet worden gecontroleerd. Maar dat kan ook steekproefsgewijs en de bouwbedrijven kunnen elkaar controleren; daar leren ze van. Hiervoor is wel veel onderling vertrouwen nodig. En Woonpunt moet hier natuurlijk mee instemmen.’
Is het vertrouwen er inderdaad?
René ‘Dat is in 2022 verder gegroeid. We zijn dan ook blij met deze samenwerking, ook omdat Woonpunt ons bedrijf regelmatig betrekt bij wat groter planmatig onderhoud.’
Ron ‘Met de komst van de ketenregisseur zijn we nog meer gelijkwaardige partijen geworden. Woonpunt staat ook open voor onze inbreng als vakmensen. En met de komst van een nieuw ERP-systeem kunnen we eindelijk gaan koppelen. De samenwerking kan in de toekomst daarom alleen maar nog meer vruchten afwerpen.’


